Situatie voor (links) en na (rechts) de neuscorrectie [3-12 maanden]
Wat kenmerkt een bilaterale schisisneus?
De neuspunt heeft weinig vorm (definitie), is plat (onderprojectie), kan een gespleten (bifide) karakter hebben en roteert te veel naar beneden. Dit wordt deels verklaard door het neustussenschot (septum), dat vaak wel recht, maar te kort is (te weinig caudo-ventrale uitgroei). De afstand tussen de neusvleugels (de alaire basis) is vaakt te breed. De huid tussen de neusgaatjes (de columella) is kort en breed, wat bijdraagt aan te ronde neusgaten. De vorm en de positie van de neuspunt kan de indruk wekken van een bult op de neusrug (pseudohump). Het neusbot zelf is vaak plat en breed.
Hoe corrigeren we de bilaterale schisisneus?
1. externe rhinoplastiek benadering met een V-incisie om de columella te kunnen verlengen met een V-Y advancement
2. Septum extensiegraft om het septum te verlengen
3. Intradomale hechtingen voor tipdefinitie (strekken van de lower lateral kraakbeentjes kan nodig zijn met grafts of hechttechnieken)
4. Tongue in groove van de mediale crurae op de septumextensie om tipprojectie, rotatie en support te verkrijgen
5. Shieldgraft of capgraft voor meer projectie en definitie van de neuspunt
6. Alar base reductie om de afstand tussen de neusvleugels te verkleinen
7. rimgrafts om de vorm van de neusgaatjes en tipcontour te verbeteren
8. interpositie of onlaygraft om de vorm van de neusrug te verbeteren
9. osteotomieën op indicatie om het neusbot te versmallen (meestal alleen laterale low-low-low en transversale voor infractie).
* Oorschelpkraakbeen of ribkraakbeen kan nodig zijn.
** De ernst van afwijkingen van de bilaterale schisisneus is variabel en het uiteindelijke operatieplan dient dan ook volledig aangepast te zijn op de individu. Bovenstaande stappen vormen de basis van de correctie, maar hier kan van worden afgeweken.