Algemene informatie
Een reukstoornis wordt vaak in één zin genoemd met een smaakstoornis. Op zich is dat niet vreemd aangezien het kunnen ruiken van aroma’s een essentiële meerwaarde vormt op de hoofdsmaken die wij kunnen waarnemen. Herkenbaar is wellicht dat als u flink neusverkouden bent, het eten u minder smaakt terwijl uw smaakzin niet is aangetast.
Geurvermogen speelt ook een belangrijke rol in onze veiligheid. Het kunnen ruiken van bijvoorbeeld rook, een gaslek maar ook bedorven etenswaren of melk, waarschuwt ons voor een onveilige situatie. Ik adviseer mijn patiënten daarom altijd om te overwegen een rook- en gasmelder in huis te plaatsen, meer alert te zijn op vervaldata van etenswaren en van gas naar elektrisch koken over te gaan.
Op sociaal en emotioneel gebied speelt geur ook een rol, daar geuren emoties of herinneringen kunnen oproepen. Geur wordt zelfs genoemd in relatie tot de partnerkeuze. Beroepsmatig kan geur bepalend zijn voor het goed uitoefenen van de functie, zoals bijvoorbeeld van een chefkok, een brandweerman, een sommelier of parfumist.
Samenvattend kan een reukstoornis een groot effect hebben op de kwaliteit van het leven.
Het reukorgaan
Hoog in de neus bevindt zich het reukorgaan. Een kleine region met zeer specifiek neusslijmvlies bevat kleine zenuwvezeltjes (de fillia olfactoria) die verantwoordelijk zijn voor het waarnemen van reukstoffen. Deze zenuwvezeltjes lopen door kleine gaatjes in het bot (de lamina cribrosa) naar de reukkern (de bulbus olfactorius) die connectie maakt met de reukcentra in de hersenen. Hier vindt de vertaling van het waarnemen van een geurstof plaats tezamen met een koppeling naar de emotionele beleving van geur. Dit is een complex proces waar tot op de dag van vandaag veel onbekend over is.
Het waarnemen van een geur is iets anders dan het waarnemen van een prikkel zoals warmte, koude, irritatie, of pijn. Dit proces verloopt namelijk via een andere zenuwverbinding (de nervus trigeminus of vijfde hersenzenuw). Een reactie op een scherpe stof zoals bijvoorbeeld ammoniak kan daarom door iemand met afwezig geurvermogen wel worden ervaren.
Coronale coupe van CT-scan waarop de gele bol beiderzijds een dwarsdoorsnede vormt door de bulbus olfactorius. Kleine reukfilamenten die door de schedelbasis lopen (lamina cribrosa) communiceren met het reukslijmvlies (neuro-reukepitheek) in de reukspleet, welke met blauw-paarse kleur is weergegeven.
Typen reukstoornissen
-
anosmie: een volledig afwezig reukvermogen aan beide kanten van de neus
-
hyposmie: een gedeeltelijk verlies van het reukvermogen
-
fantosmie: een geur waarnemen terwijl er niets is om te ruiken (geurhallucinatie)
-
presbyosmie: afgenomen geurvermogen als gevolg van de leeftijd (vanaf 60-70 jaar)
-
kakosmie: een geur als vies of onaangenaam ervaren
-
hyperosmie: overmatig waarnemen van geuren (sterker dan normaal)
-
agnosmie: het onvermogen om waargenomen geuren te benoemen
-
parosmie: zich ervan bewust zijn iets anders te ruiken dan verwacht
Oorzaken van een verminderd reukvermogen
Veel voorkomende oorzaken van reukverlies zijn een virale bovenste luchtweginfectie (flinke griep) en neusverstopping door bijvoorbeeld neuspoliepen, allergie, infectie of eerdere neusbijholte operaties. Wat in onze praktijk ook vaak wordt gezien is dat de reukstoornis is geassocieerd met het gebruik van bepaalde medicijnen (zie onder).
Minder vaak voorkomende oorzaken van verminderd ruiken zijn het inademen van giftige stoffen en ziekten als HIV, hepatitis C, Alzheimer, Parkinson, depressie, hallucinaties, schizofrenie, schildklierziekten en diabetes. Daarom zal er in de spreekkamer veel aandacht uitgaan naar uw medische voorgeschiedenis maar ook naar uw medicijngebruik en beroepsmatige verleden (expositie giftige stoffen).
Het komt ook voor dat het onvermogen om te ruiken is aangeboren, zoals bijvoorbeeld bij het syndroom van Kallmann (hypogonadotroop hypogonadisme waarbij de bulbus olfactorius niet is aangelegd). Hiervoor bestaat geen therapie.
Belangrijk om te vermelden is dat er, ook na uitgebreid onderzoek, in 15-20% van de gevallen geen oorzaak voor de geurstoornis kan worden gevonden. In dat geval spreken we van een idiopathische reukstoornis.
Welke medicijnen zijn geassocieerd met een verminderd reukvermogen?
Er zijn veel medicijnen waarbij reukverlies of -vermindering als bijwerking wordt gerapporteerd. Het gaat te ver om ze hier allemaal te noemen. In de praktijk valt het gebruik van een aantal medicijnen meer op dan andere (alhoewel niet persé hard gemaakt kon worden dat ze de oorzaak bleken voor het reukprobleem):
– lithium,
– carbamazepine,
– captopril,
– metronidazol,
– methotrexaat,
– azathioprine,
– incristine,
– allopurinol,
– colchichine.
Wat mag ik van de KNO-arts verwachten?
In een gedetailleerd vraaggesprek zal worden ingegaan op de ernst van uw reukstoornis, begeleidende klachten en mogelijke oorzaken (zoals bv. medicatiegebruik, beroepsmatig contact met toxische stoffen, doorgemaakte ziekten of ongevallen).
Vervolgens vindt er onderzoek van de inwendige neus plaats (flexibele nasendoscopie) om een onderscheid te maken tussen een perceptief en conductief reukverlies. Hiervoor wordt een dun slangetje met lampje en camera in uw neus gebracht om de reukspleet en het overige slijmvlies in de neus te beoordelen. Dit is een eenvoudig en kortdurend onderzoek dat doorgaans goed wordt verdragen. Verdoven van de neus is niet nodig.
Hierna verricht de verpleegkundige een reuktest die is gericht op geurherkenning. Zo is het mogelijk om een oriënterend onderscheid te kunnen maken tussen normosmie, hyposmie en anosmie.
In het geval van een conductief reukverlies is de reukspleet (gedeeltelijk) geblokkeerd door bijvoorbeeld poliepen, verklevingen of anderszins gezwollen neusslijmvlies. Als de reukspleet helemaal vrij is, wordt het lastiger. De oorzaak bevindt zich dan waarschijnlijk op het niveau van het reukslijmvlies (essentiële reukstoornis), de reukfilamenten of de reukkernen (centrale reukstoornis) in het hoofd. Als er in het vraaggesprek geen duidelijke relatie wordt gevonden tussen medicatie, doorgemaakte ziekten of andere uitlokkende factoren en uw klacht, kan worden overwogen om een scan te maken van dit gebied, doch zal dit zeer zelden nodig zijn. In sommige gevallen wordt u doorverwezen naar de neuroloog voor een aanvullend consult.
Als er twijfel bestaat of de reukspleet open of dicht is, kan bij een bewezen reukverlies worden geprobeerd of er een respons is op een lage dosis dexamethason.
Behandeling
Voor een perceptieve reukstoornis bestaat tot op heden geen bewezen effectieve behandeling:
-
Reukverlies na een bovenste luchtweginfectie herstelt meestal spontaan binnen 3-6 maanden, echter vaak niet tot het oude gewenste niveau. In dit geval zal daarom eerst een afwachtend beleid worden gevoerd.
-
Reukverlies na een breuk door de schedel is meestal permanent, wat blijkt bij een tweede controle, 1 jaar na vaststelling van de oorzaak.
-
Bij een vermoedelijke bijwerking van medicatie, zal er overleg plaatsvinden met de voorschrijvend specialist of huisarts om te zien of er alternatieven zijn voor het betreffende medicijn.
-
Aandacht voor, en benadrukken van wat het lichaam allemaal nog wel kan heeft vaak een positief effect op de kwaliteit van het dagelijks leven.
Bij een conductieve reukstoornis kunnen de volgende behandelingen worden overwogen:
-
Neuspoliepen worden in eerste instantie met medicatie behandeld (ontstekingsremmende neusdruppels, een afbouwschema prednison en eventueel kweekgerichte antibiotica in het geval van een infectie). Bij het uitblijven van effect kan neusbijholtechirurgie worden overwogen.
-
Slijmvliesverklevingen (synechieën) kunnen operatief worden doorgenomen doch bestaat er een kans op herverkleving.
-
Andere oorzaken voor zwelling van neusslijmvlies zullen doorgaans in eerste instantie met een ontstekingsremmende neusspray en spoelingen met een fysiologische zoutwateroplossing worden behandeld.